Gedicht voor jou Logo, schrijfveer
Pensioen

Pensioen

Vandaag is de dag dan toch gekomen, althans voor oom Karel. Vanaf vandaag gaat oom Karel genieten van zijn pensioen, hoop ik. Zelf is hij er nog niet aan toe, hoor. Dat heeft hij de laatste tien jaar steeds gezegd. Dat hij langer moest werken dan tot zijn vijfenzestigste, viel hem eerst wel tegen. Niet dat hij toch opeens graag met pensioen wilde, maar meer omdat de overheid had bepaald dat het anders ging en dat hij pas op zijn vijfenzestigste en vijf maanden mocht gaan. Je moet oom Karel namelijk niks vertellen en al zeker niet wat hij moet doen.

Oom Karel is een broer van mijn moeder. De jongste broer en mijn moeder was zijn oudste zus. Zij geboren vóór de oorlog, hij in de tijd van de wederopbouw. Thuis was er nooit veel en oom Karel heeft net als mijn moeder het gen geërfd van zuinig zijn en vooral niks weggooien wat nog te maken is of her te gebruiken.

Kringloopwinkels waren er in hun tijd niet, maar wel neven en nichten, waar kleding dankbaar van werd overgenomen. Oom Karel’s vrouw, tante Agaath, was eigenlijk precies zo. Kwam ook uit Delft en was zo inventief in het verzinnen van allerlei oplossingen als het ging om kleding verstellen of met niks toch wat op tafel krijgen als er plotseling extra eters waren. Tante Agaat is mijn allerliefste tante. Echt een schat!

Maar goed, oom Karel gaat met pensioen en, zoals ik al zei, hoop ik dat hij er van gaat genieten. Maar ik denk eigenlijk dat hij nog liever was blijven werken. Bij Unilever, in Vlaardingen. Daar werkte hij als operator, maar wat dat precies was, weet ik eigenlijk niet. Dat heb ik hem ook nooit gevraagd. Het was iets technisch, geloof ik. Ik weet dat hij vroeger altijd vanuit Delft met zijn brommer ging. Zijn tweedehands Tomos, die hij beter vond dan de Puch waar de meeste mannen uit zijn tijd op reden. vw-beetle-1042002_640Die brommer heb ik nooit gezien. Alleen maar op foto’s en daar vertelde hij dan altijd de mooiste verhalen over. Hij was echt trots op dat brommertje. Moest er ook vaak aan ‘sleutelen’, zoals hij dat noemde. Uiteindelijk nam hij afscheid van dit vervoermiddel. Hij moest wel mee met zijn tijd, haalde zijn rijbewijs, in één keer geslaagd natuurlijk, en kocht een Kever. Dat lichtblauwe Volkswagentje kan ik me nog wel herinneren. Daar ging aardig wat in, maar het moest wel aan de voorkant worden ingepakt, want onder het kleine achterklepje zat de motor.

Nu rijdt hij al enkele jaren in een BMW. Duits hè, net als de VW. Mijn moeder heeft nooit iets Duits gekocht. Dat kon ze niet. In haar jeugd is teveel gebeurd en zijn er daardoor bepaalde sporen achtergebleven, waardoor ze alles wat met Duitsland te maken heeft, verafschuwt. Tot de dag van vandaag. Oom Karel had daar geen last van. Ging ook regelmatig naar Duitsland op vakantie en heeft er in zijn jongste jaren zelfs een vakantiebaantje gehad, bij een boer in Ost Friesland.

En nu sta ik in de rij, op de receptie van Oom Karel. De kantine van Unilever is voor deze gelegenheid wat versierd met ballonnen en slingers. Buiten kon ik mijn auto nog net kwijt op het bomvolle parkeerterrein. De BMW van oom Karel zag ik ook, vlakbij de kantine. Hij moet er al vroeg geweest zijn. Man van de klok en heel plichtsgetrouw. Heeft hier geloof ik meer dan 35 jaar gewerkt ook nog. En nou is het klaar. Nu mag-ie stoppen. Nu móet hij stoppen.

Wat zou hij gaan doen in zijn vrije tijd? Ik zou het wel weten. Heerlijk zeg, niet meer hoeven werken. Altijd vakantie. Elke dag uitslapen. Helemaal top. Maar uitslapen doet oom Karel niet. Tante Agaath ook niet. Ik heb die twee er nu werkelijk nog nooit over gehoord. En hobby’s, heeft hij die dan? Ja, zaterdag langs de lijn bij DHC. Voetbal kijken met zijn ouwe vrienden uit de A2 en later nog jaren een soort bier-eftal. Klaverjassen ook, bij dezelfde club, op donderdagavond. En verder dan, vissen soms? Of een volkstuin of zo? Nee, daar gaf hij niks om. Lezen ook niet, want in zijn jeugd zag hij zij vader zoveel in de boeken, dat hij daar automatisch een schurft aan had gekregen. Nee, met een boek maakte je oom Karel niet blij. Behalve die ene keer dat boek over Fleischmann H0. Miniatuur spoortreintjes. Elektrische. Ja, dáár is hij al jaren gek op.
model-railway-239719_640

Hij weet er ook ontzettend veel van. Heeft een heel mooi complex gebouwd op zolder. Best gaaf hoor. Knap gedaan. Leuk om een keertje te zien. Er zijn al aardig wat andere hobbyisten bij hem thuis geweest om te kijken naar oom Karel’s baan. Wereldberoemd is hij, in heel …. miniatuurland. Maar het is ook echt heel mooi. Vooral als hij het licht uitdoet en je alle kleine lichtjes van de spoortreinen ziet en de kleine huisjes en stationnetjes. Heel fraai. Echt iets voor hem. Ik geef er verder niets om. Zou daar geen geld aan uitgeven, maar oom Karel wel. Zou hij vanaf nu elke dag op zolder gaan zitten? Hij zou er wat mee moeten gaan doen.

De rij wordt korter. Wat een mensen zeg. Véél! Ik zie mijn moeder ook. Ze zit al druk te kletsen met weet ik veel wie. Doet ze altijd. Druk kletsen. Met weet ik veel wie. En tante Agaath zie ik nu ook. Ze neemt net een slokje uit haar glas. Jus d’Orange natuurlijk! Zij zal wel moeten rijden straks. Oom Karel schudt de handen. Nog even en dan sta ik voor hem. Met een gedicht. En dat ga ik hem voorlezen ook. De mensen achter mij moeten dus nog maar wat langer wachten. Oom Karel geeft niks om gedichten. Houdt niet van boeken, niet van lezen, schrijvers en al helemaal niet van gedichten. Maar ik wel. En dit is een speciale dag. Dus krijgt hij van mij mijn gelukwens met zijn pensioen. In dichtvorm.

Eindelijk mag ik en ik schud hem de hand en geef hem een zoen. “Ha, oom Karel. Eindelijke dan hè? Pensioen. Eindelijk is het zover.”

Oom Karel knikt en knikt weer. “Ja, jongen. Het is er toch van gekomen, hè. De oude dag, zal ik maar zeggen.”

Het lijkt net of ik iets van spijt zie in zijn ogen, maar dat weet ik niet zeker. Ik kus ook tante Agaath. “Van harte gefeliciteerd met het behalen van Oom Karel’s pensioengerechtigde leeftijd.”

En dan richt ik me weer tot “het feestvarken”: “Lieve oom Karel, ik heb een gedicht voor u gemaakt.”

Dan wacht ik even, want ik verwacht zoiets als een afwijzing, maar er komt niets. Hij kijkt me wat meewarig aan, maar het heeft ook iets van:”Dit had ik van jou wel verwacht, dus kom maar op, jongen.”

En dan pak ik mijn tekst uit mijn binnenzak en lees ik mijn gedicht voor hem. Speciaal voor hem gemaakt. Omdat ik denk dat oom Karel voor heel veel mensen iets moois kan maken. Als hij dat wil tenminste. Dan begin ik.

Oom karel’s pensioen gedicht

Oom Karel met pensioen
Zijn werkvuur gaat nu doven
Oom Karel wil dit liever niet
Maar moet eraan geloven

Maar oom Karel, kom na 40 jaar
Nu eindelijk bij zinnen
En ga, na dienstbaar aan uw baas,
Eens voor uzélf beginnen!

U weet toch zo ontzettend veel
Van spoorweg en modellen
Van Faller huisjes, Fleischmann rail
En van mini treintoestellen

Al geeft u om geen enkel boek
Ik vraag u er een te schrijven
Zodat kennis van modelspoorbaan
Voorgoed bewaard zal blijven

Schrijf ons een boek, u heeft tijd zat
Het geeft u vast veel vreugd
Over nostalgie en de jongensdroom
Over speelgoed uit uw jeugd

Het is het mooiste tijdverdrijf
Iets wat u zelf kunt doen
Met werken aan uw eigen werk
Tijd zat, u heeft pensioen

Tot slot wens ik u veel succes!
Wat moet ik meer verzinnen
Misschien gaat u zelfs met uw treinen-boek
De NS publieksprijs winnen!

PROOST!!!

2 Responses to Pensioen

Leave a reply